donderdag 10 april 2014

Het aarzelend begin van de Stadssociologie (4)

Berlijn, ‘ suburb van New York’ .



Sombart.gif


In tegenstelling tot hun vakgenoten in Chicago die de Grossstadt-Dokumente als een coherent onderzoeksprogramma wisten te waarderen, lijkt de betekenis van het project de academische sociologische elite in Duitsland te zijn ontgaan. Robert Michels, Franz Oppenheimer, Georg Simmel, Max Weber: allemaal reppen ze met geen woord over het project als geheel noch over de afzonderlijke boekdelen. Dat kan op niets anders wijzen dan op afkeuring, want hun bekendheid met het project - talloze malen herdrukt en in meer dan 80 keer gerecenseerd in duitstalige wetenschappekijke tijdschriften - staat buiten kijf. Bovendien was Hans Ostwald persoonlijk bekend met de belangrijkste representanten van de academische sociologie in Berlijn, Hamburg en Wenen. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat binnen de Duitstalige sociologische kringen ten tijde van het interbellum dit project niet als een serieuze bijdrage aan de academische sociologie werd beschouwd. Wat was daarvan de reden?


Illustratief voor de receptie in Duitsland van het Grossstadt-Dokumente project als een vorm van Trivialliteratur, zijn de opvattingen over de contemporaine stad en het stadsonderzoek van de bekende socioloog Werner Sombart (1863-1941). In 1908 publiceerde Sombart in een Duits ochtenblad een polemisch artikel over stadsreclame. Hij vond dat schreeuwerige commerciële  reclame aan gevels, tramstellen en reclamezuilen niet alleen het stadsbeeld bedierven maar dat door de opmars van de massa-cultuur Duitse steden steeds meer tot verlengstukken - aanhangsels - van de Amerikaanse stad dreigden te verworden. Sombart wist waar hij over sprak: hij kende Amerika en had twee jaar daarvoor zijn bekende essay: ‘ Warum gibt es in den Vereinigten Staaten keinen Sozialismus?’ gepubliceerd. Sombart 1908.jpg



Sombart beschouwde de Verenigde Staten als een land van ‘ grote steden’  en had met eigen ogen kunnen constateren hoe in metropolen als Chicago en New York de idee van de ‘ metropool’ haar zuiverste visuele vorm had gekregen. Door hun ongebreidelde expansie en, vervlakking en massificatie waren deze ‘ kleurloze’ agglomeraties in alle opzichten het tegenbeeld van historische Duitse steden als Nürnberg, met hun vanuit de geschiedenis gegroeide, unieke identiteit. Naarmate  de industrialisatie en modernisering zich doorzetten, transformeerde ook Duitsland tot een ‘ land van grote steden’ , zelfs in die mate dat, althans in zijn ogen, de hoofdstad van het Rijk in snel tempo dreigde af te glijden tot een ordinaire ‘ suburb van New York’ : tot een woestijn van de moderne technologische cultuur.


Sombart aanvaardde weliswaar de moderne industriële samenleving maar was kritisch over de ontwrichtende gevolgen daarvan. Die manifesteren zich het duidelijkst in de grote steden, met name Berlijn. Zijn aandacht ging daarbij niet enkel uit naar de esthetiek van het stadsbeeld, maar naar de geestesgesteldheid van de moderne stedeling. De wetenschappelijke blik op de hiermee samenhangende, sociologische problematiek, was een heel andere dan die van de Chicago School. Daar waar de Amerikaanse onderzoekers de stad zelf tot onderwerp van studie maakten en zich met tal van aspecten van de stad bezig hielden zoals grondprijzen, allerlei buurten, winkels, het vermaak, de criminaliteit en stedelijke conflicten, distantieerden  Duitse sociologen als Sombart zich in toenemende mate van externe verschijnselen van grootstedelijke werkelijkheid en hielden zich vooral  bezig met (ken) theoretische vraagstukken. Zij vonden dat de bestaande stedelijke werkelijkheid te gecompliceerd was om enkel vanuit de empirie te kunnen worden benaderd. Hun aanpak zou kunnen worden begrepen als een vorm van ‘ verstehende Soziologie’ die zich vooral bezighield met de grote veranderingsprocessen in de industriële samenleving, met de problematiek van arbeidsproductiviteit, rationaliseringsprocessen en de samenhang tussen kapitalistische economie en urbane mentaliteit en geestesleven. In hun onderzoek naar dit soort problematiek overschreden zij de grenzen van het eigen vakgebied en hanteerden  daarbij materiaal en vooral ook concepten vanuit uiteenlopende disciplines als economie, psychologie en godsdienstwetenschappen.


Het is voorstelbaar dat vanuit deze geheel verschillende posities binnen de academische sociologie, de methodische vernieuwingen en onderzoekstechnieken van de Chicago School in kringenb van Duitse sociologen niet alleen kritisch werden ontvangen, maar dat ook de  Amerikaanse fascinatie voor het Duitse Grossstadt-Dokumente project niet werd gedeeld. Pas in de jaren negentig kregen Duitse sociologen (en antropologen) als Rolf Lindner - in de context van het debat over de ‘ Eigenlogik’  van de steden -  oog voor de fundamentele bijdrage aan het stadsonderzoek door de pioniers van de Chicago School en daarmee ook voor hun (vergeten) voorlopers, de autodidacten van het Duitse Grossstadt-Dokumente Project.

Chicago.jpg

Duitse editie 1990; in 1996 Engelse editie onder de titel: The reportage of Urban Culture. Robert Park and the Chicago School (Cambridge University Press) Cambridge 1996.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten