zaterdag 14 september 2013

Op zoek naar het 'ethos' van de stad



Terug naar The Spirit of Cities  Vraag twee is natuurlijk, hoe kwamen de auteurs tot hun keuze van steden, en aan de hand van welke criteria.  Als niet-historici hebben ze  gekozen voor een even verrassende als simpele aanpak. Hun keuze werd voor een deel bepaald door de  vertrouwdheid van beide auteurs met steden als Jeruzalem, Singapore, Montreal, Oxford en Beijing, steden waar ze of zijn opgegroeid, hebben gestudeerd of gewerkt. Andere zoals New York, Parijs en Berlijn hebben ze samen bezocht en daarvan geven ze in de tekst een met vaak triviale anekdotes opgesmukt verslag. Maar er zijn ook meer ‘objectieve’ criteria in het geding. Beiden zijn vooral geïnteresseerd in steden wier ethos gerelateerd kan worden aan thema’s in het huidige politieke denken. Wat kunnen steden - in vergelijking van nationale staten -  ons leren als het gaat om zulke thema’s als het nastreven van economische welvaart (Hong Kong) of ambitie (New York)? In hun eigen woorden:’we hebben gekozen voor steden die zich lenen voor politiek-filosofische speculaties’. Als je in Montreal bent kun je er niet omheen te denken aan taal en politiek en in Jersalem over religie en politiek en in Singapore over het dictaat van de nationale stadsstaat. Om daar greep op te krijgen is er het nodige literatuuronderzoek gedaan, naar de geschiedenis, economie en politieke verhoudingen. Maar de essentie van hun werkwijze is toch dat zij zich vooral door de steden zelf hebben laten inspireren.Door wat de stad en haar gebouwen, parken en wegen zelf te vertellen hebben, door gewoon rond te wandelen en te praten met stedelingen - van deskundigen tot taxichauffeurs. Door deze meer subjectieve en minder geplande manier van filosoferen, functioneren de stad en haar bewoners niet alleen als bron van informatie maar vooral ook van inspiratie. Methodisch gesproken is deze aanpak verwant aan die van Walter Benjamin die, in de voetsporen van Baudelaire, al flanerend over de boulevards en winkelpassages van Parijs, de werkelijkheid van de moderne warenmaatschappij probeerde te betrappen. Maar tegelijk distantiëren zij zich van Benjamin omdat zij, zoals ze zelf beweren, in de meeste steden rondlopen zonder al te veel vooraf opgestelde hypotheses of theorieën. Daarmee komen ze dichter in de buurt van Michel de Certeau die in zijn L’Invention du Quotidien (1980) uitlegt dat iemand die zonder enig vooropgezet plan of bedoeling door de stad loopt (dérive), de door planners en instituties ‘opgelegde’ strategieën doorkruist en daarmee meer kans maakt op authentieke ervaringen van wat de stad is en voorstelt. In hoeverre de auteurs daar ook werkelijk in slagen, wil ik onderzoeken in een van de volgende blogs waarin ik vooral hun ervaringen en ontdekkingen in respectievelijk Singapore en New York wil natrekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten