Wat voor ‘n soort/type stad was Uruk?
Alleen al de omvang en bevolkingsdichtheid van Uruk doen vermoeden dat het een stad moet zijn geweest met een bijzondere status, hoofdstad van een territoriaal Rijk. Wat weten we van het leven, de bedrijvigheid en huisvesting ter plaatse, wat van het bestuur, de religieuze praktijken? Hoe zag de stad er als gebouwd ensemble uit? Uiteraard zijn er veel archeologische opgravingen geweest die een, door de tijd gezien, buitengewoon complexe nederzettingsstructuur suggereren. Hier beperken we ons tot wat er bekend is over de aanvang van de stad: wat weten we van de stad uit de beginfase van de verstedelijking van het zuidelijk gedeelte van Tweestromenland, hoe zag Uruk eruit halverwege het vierde millennium toen de ‘take-off’ plaats vond van de urbanisatie in dit gebied? En aan de hand van welke data en modellen proberen historici en archeologen daar een voorstelling van te maken?
De meest recente en tevens ook meest toegankelijke publicatie over Uruk als stad, is de monumentale catalogus die in 2013 ter begeleiding van een grote overzichtstentoonstelling in het Pergamon-Staatliche Museen in Berlijn is verschenen. In dit boek zijn samenvattende analyses gemaakt aan de hand van (wetenschappelijke) data uit tenminste drie verschillende hoeken:
1. we beschikken over (beperkte) architectonische en ook iconografische informatie dankzij archeologische voorwerpen ( keramiek) en bouwfragmenten ter plekke. Beperkt omdat er vooral monumentale ensembles zijn blootgelegd zoals tempels, paleizen en stadsmuren. Er is relatief weinig bekend over woonwijken en woonbuurten, met name buiten de muren.
2. er is ook (beperkte) schriftelijke informatie, schriftmateriaal voorafgaand aan de uitbouw van het bekende spijkerschrift, bestaand uit hoofdzakelijk handels-administratieve controlemiddelen:rekenstenen en stempelzegels, halverwege vierde millennium ‘vervangen’ of verbeterd door cylinderzegels.
3.met de komst van het schrift, begint de geschiedenis in engere zin, en komen plaatsen en (stads) god(inn)en, heersers/priesters in beeld en hun heldendaden en activiteiten (jacht). De (oudst) bekende is de naam van Gilgamesh, koning van Uruk wiens naam voor het eerst halverwege derde millennium in een ‘woordlenlijst’ vermeld wordt. Epische verhalen ontstonden ook rond de stadsgodin van Uruk, Inanna. Beroemd is de zogenaamde Uruk- vaas waar ze staat afgebeeld met (water), offerdieren, gewassen en krijgers.Hieronder een detail van de onderzijde, c. 3500 v. Chr.
nieuwe intellectuele technologieën
Sporen en bewijzen van typisch stedelijke activiteiten op gebied van bestuur, handel en religie gaan terug naar het begin van de Late Uruk periode, d.w.z. c. 3400 voor Christus. Dit is het tijdvak waarin de voorheen spaarzaam bewoonde uiterwaarden bedekt (‘gekoloniseerd’) werden met een netwerk van grote en vooral kleinere nederzettingen waarvan Uruk met een omvang van 250 ha. en een bevolking van 40.000 inwoners, aan de top stond..
De betekenis van Uruk als het eigenlijke centrum, drukt zich niet alleen uit in getallen, maar ook in de beeldvorming. Alleen al uit het feit dat dat in de latere literaire traditie met helden als Gilgamesh, Lugalbanda en Eminerkar, bijna alle epische gedichten rond helden/krijgers/vorsten zich in Uruk afspelen, blijkt de reputatie van de stad. Hetzelfde geldt voor de vele mythen en verhalen rond de stadsgodin: Inanna. Een bevolking van c. 40.000 inwoners moet een stad als Uruk voor ongekende problemen op gebied van politieke leiding, bestuur en administratie en conflictbeheersing hebben gesteld. In Uruk waren, aldus de Duitse archeoloog J. Nissen, niet alleen problemen, maar werden ook de technische en bestuurlijke antwoorden gevonden, die de lokale samenleving van toen kenmerken als ‘stads’. Juist de dichtheid, nabijheid en complexiteit van het koloniale netwerk waar Uruk het centrum van was, leidde tot een bijzondere synergie van krachten op allerlei gebied. De anthropologist Jack Goody (2000) spreekt in zo’n situatie van innovaties op het gebied van ‘intellectuele technologieën’, dat zijn technieken die de mentale krachten verbeteren of uitbreiden. In Mesopotamië en Uruk in het bijzonder, bestonden die in innovaties op gebied van waterbouw (kanalen), bouwtechniek (tempelbouw, stadsmuren, woningbouw) sociale controle (bestuur, administratie), artistieke productie (ceramiek;reliëfs, friezen) en met name ook de ‘uitvinding’ d.w.z. perfectionering van het (spijker) schrift.
Zo ligt het voor de hand dat met name de intensieve handel binnen de agrarische en stedelijke centra van het netwerk, welhaast noodgedwongen moest leiden tot creatieve vormen van logistiek, financiering en contractering. Bijna alle van de 2000 oudst bekend schriftelijke data uit dit gebied hebben betrekking op de levering en transport van grote hoeveelheid goederen, o.a.levensmiddelen uit de directe omgeving. Het is overduidelijk dat de stad Uruk beschikte over een gespecialiseerde, stedelijke economie en met name over gespecialiseerde massaproductie op gebied van ceramiek. Maar hoe, waar en door wie werd geproduceerd en verhandeld, is nauwelijks bekend. Er zijn weinig of geen sporen uit die tijd die wijzen op etnische diversiteit die er wel moet zijn geweest gezien het grote aantal immigranten.
Hetzelfde geldt voor de stad als gebouw. De complexe gebouwenstructuren die uit deze periode in Uruk zijn blootgelegd, veronderstellen geavanceerde kennis en ervaring met complexe bouwkundige technieken. Maar wie de opdrachtgevers waren, wie de bouw uitvoerden en welke functies die gebouwen hadden, is nauwelijks bekend. Wel weten we hoe de stad halverwege het vierde millennium een aanvang nam, overigens bovenop de verwoeste fragmenten van eerdere gebouwde structuren. Dat is trouwens een van de meest opvallende aspecten van ‘stedenbouw’ in Mesopotamië tot aan de Nieuwe Babylonische fase: het opzettelijk verwoesten van bestaande gebouwen en de onmiddellijkie complete nieuwbouw op dezelfde locatie en met behulp van oude bouwrestanten.
De stad Uruk wordt gedomineerd door twee, publieke gebouwencomplexen, één in het oostelijk stadsdeel, het andere in het westen. Oorspronkelijk moet de nederzetting aan weerszijden van de ooit dwars door de stad stromende Eufraat zijn gebouwd.Opmerkelijk is het 8 meter hoogteverschil tussen beide ensembles: Het complex aan de oostzijde rond het heiligdom van Eanna is groot en gedifferentieerd. De typologische diversiteit zou een indicatie kunnen zijn dat ook toen al tempels - net als in het eerste millennium in Nieuw-Babylon -(ook) een belangrijke rol speelden in het economisch leven, d.w.z. dat die een centrale plaats innamen in de distributie van goederen in en met de stad Uruk. Het aan Anu gewijde gebouwencomplex aan de westkant van de stad, had wel een herkenbaar architectonisch centrum, in de vorm van een 11 meter hoog terras waarop de zogenaamde ‘witte tempel’ stond. Van dit alles zijn de resten bewaard en ook technische reconstructies in de vorm van maquettes gemaakt. Maar hoe zag de stad er nu eigenlijk uit. We weten het niet. Een van de eerste beschrijvingen van Uruk dateert pas uit de Kassitische periode, dat is c. 1300 v. Christus. Daar wordt het beeld geschetst van een open en uiteengelegde stad met grote open vlaktes, misschien voor markt en handel, maar er wordt ook gesproken over de vele boomgaarden, en naast de tempels stonden klei putten, hetgeen weer wijst op ambachtelijke productie. Het geheel besloten door een ruime, 9 km lange muur, om de tien meter onderbroken door een stadspoort - omstreeks 2900 v. Chr. gebouwd en waarvan Gilgamesh de mythische bouwheer zou zijn geweest.
Hetzelfde geldt voor de stad als gebouw. De complexe gebouwenstructuren die uit deze periode in Uruk zijn blootgelegd, veronderstellen geavanceerde kennis en ervaring met complexe bouwkundige technieken. Maar wie de opdrachtgevers waren, wie de bouw uitvoerden en welke functies die gebouwen hadden, is nauwelijks bekend. Wel weten we hoe de stad halverwege het vierde millennium een aanvang nam, overigens bovenop de verwoeste fragmenten van eerdere gebouwde structuren. Dat is trouwens een van de meest opvallende aspecten van ‘stedenbouw’ in Mesopotamië tot aan de Nieuwe Babylonische fase: het opzettelijk verwoesten van bestaande gebouwen en de onmiddellijkie complete nieuwbouw op dezelfde locatie en met behulp van oude bouwrestanten.
De stad Uruk wordt gedomineerd door twee, publieke gebouwencomplexen, één in het oostelijk stadsdeel, het andere in het westen. Oorspronkelijk moet de nederzetting aan weerszijden van de ooit dwars door de stad stromende Eufraat zijn gebouwd.Opmerkelijk is het 8 meter hoogteverschil tussen beide ensembles: Het complex aan de oostzijde rond het heiligdom van Eanna is groot en gedifferentieerd. De typologische diversiteit zou een indicatie kunnen zijn dat ook toen al tempels - net als in het eerste millennium in Nieuw-Babylon -(ook) een belangrijke rol speelden in het economisch leven, d.w.z. dat die een centrale plaats innamen in de distributie van goederen in en met de stad Uruk. Het aan Anu gewijde gebouwencomplex aan de westkant van de stad, had wel een herkenbaar architectonisch centrum, in de vorm van een 11 meter hoog terras waarop de zogenaamde ‘witte tempel’ stond. Van dit alles zijn de resten bewaard en ook technische reconstructies in de vorm van maquettes gemaakt. Maar hoe zag de stad er nu eigenlijk uit. We weten het niet. Een van de eerste beschrijvingen van Uruk dateert pas uit de Kassitische periode, dat is c. 1300 v. Christus. Daar wordt het beeld geschetst van een open en uiteengelegde stad met grote open vlaktes, misschien voor markt en handel, maar er wordt ook gesproken over de vele boomgaarden, en naast de tempels stonden klei putten, hetgeen weer wijst op ambachtelijke productie. Het geheel besloten door een ruime, 9 km lange muur, om de tien meter onderbroken door een stadspoort - omstreeks 2900 v. Chr. gebouwd en waarvan Gilgamesh de mythische bouwheer zou zijn geweest.
Bondig en zeer informatief overzicht van de archeologische stand van zaken over de ‘eerste’ stad in Tweestromenland en tegelijk een kritische positionering van het in de tekst geciteerde en ook gebruimte overzichtsboek van Guillerme Algaze, zie de link naar de recensie van Geoff Emberling.Veel beeldmateriaal is er te vinden op de website van de in de tekst genoemde tentoonstelling: Uruk - 5000 Jahre Megacity, die overigens nog tot half maart 2014 in Landesmuseum in Mannheim te zien is. Op You Tube zijn de begeleidende filmpjes te zien.
http://www.uruk-megacity.de/index.php?page_id=3
Geen opmerkingen:
Een reactie posten